Weergaven:


Inhoud: Belastingen | BTW en de kerk | Vennootschapsbelasting en de kerk | OZB en de kerk | IB-47 verplichting, nu UBD | ANBI-regeling en de kerk. | 


Belastingen

In het algemeen nemen kerken in ons Nederlandse belastingstelsel, in tegenstelling tot wat wel eens wordt verondersteld, geen uitzonderingspositie in.

Weliswaar wordt aan kerken soms gehele of gedeeltelijke vrijstelling of vermindering van een bepaalde belasting verleend, maar dat neemt niet weg dat de kerkelijke gemeente, als rechtspersoon, onderworpen is aan die belastingen waaraan rechtspersonen in het algemeen, volgens de omschrijving van de bepaalde belastingwet, zijn onderworpen. Veel informatie vindt u op de website van de Belastingdienst.     

In de Handleiding Kerkrentmeesters 2019 is ook een hoofdstuk over kerk en belasting opgenomen. U vindt het: hier.

Terug naar: inhoud

BTW en de kerk

Er zijn regelmatig vragen over BTW en de kerk. Hierover schreef één van onze fiscale adviseurs een lezenswaardig artikel. Het is al uit 2013, maar na een vraag van een kerkrentmeester is recent nog eens aan de auteur gevraagd of er nieuwe ontwikkelingen waren. Dat was niet het geval, uitgezonderd de aanpassing van het lage BTW tarief van 6 % naar 9%. U vindt het artikel:  hier.     

Een vraag die ons bureau regelmatig wordt gesteld is hoe het zit met het aanbrengen van zonnepanelen en BTW. Zie daarvoor verder bij duurzaamheid'. 

BTW is voor een kerkelijke organisatie een lastig onderwerp. Hoe zit het met BTW als we een musicus of tijdelijke pastor inhuren die ons een factuur stuurt (dus geregistreerd staat met een eigen zaak bij de KvK), zijn we dan wel BTW verschuldigd? Ja, dat bent u, net zoals wanneer u de schilder of de loodgieter laat komen en u een factuur stuurt. Zie het bijgaande artikel; 'BTW bij inhuur personeel door een kerkgenootschap'. 

Terug naar: inhoud

Vennootschapsbelasting en de kerk

Over de vennootschapsbelasting in relatie tot de exploitatie van een begraafplaats: zie in de kennisbank bij: ‘gebouwen’ > ‘begraafplaatsen

Terug naar: inhoud

OZB en de kerk

In augustus 2016 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de vrijstellingsregeling voor de OZB belasting voor kerkelijke gebouwen waarin geen openbare eredienst plaatsvindt. Meer informatie vindt u hier.   

Terug naar: inhoud

IB-47 verplichting, nu: UBD

Soms doen mensen werk voor de kerk waar ze voor betaald krijgen, er is een formele werknemer-werkgeverrelatie. Ook een geregistreerd zelfstandig ondernemer is zo iemand. Belangrijkste voorbeelden in de kerk zijn de gastspreker en de gastorganist, of andere betaalde musici die meewerken aan een kerkdienst. Maar ook andere eenmalige, aan particulieren betaalde klussen of vormen van dienstverlening kunnen er onder vallen. Bij optredende musici (niet zijnde ondernemers) kunnen de fiscale regels gecompliceerder liggen (in verband met speciale artiesten- en kunstenaarsregelingen), maar bij kerkelijke activiteiten is meestal geen sprake van een optreden, maar van ‘medewerking aan een kerkdienst’.   

Beide (gastsprekers of gastmusici) kunnen echter ook geregistreerd zijn als zelfstandig ondernemer. Stuurt de geregistreerd ondernemer een factuur met BTW (voor ‘lezingen’ kan het eventueel vrijgesteld zijn van BTW), dan is er niks aan de hand. De kerk betaalt de nota, net als die van de schilder en de loodgieter.

Is er echter sprake van betaling zonder factuur, of wel met factuur, maar zonder dat iemand geregistreerd staat als ondernemer (KvK nummer), dan hebben we te maken met ‘betalingen aan derden’ die aan de belastingdienst moeten worden gemeld. De betalingen en degenen aan wie betaald worden, moeten worden opgegeven. Sinds 1 januari 2022 is de regeling opgesplitst. Uitbetalers die al inhoudingsplichtig zijn (omdat ze mensen in loondienst hebben) dienen aangigfte te doen voor 1 februari van het volgende jaar (voor 2022 kan dat echter pas vanaf 1 januari 2023, dus heeft u maar 1 maand, vanaf 2023 kan het hele jaar door). Deze uitbetalers moeten ook het BSN-nummer van de persoon aan wie uitbetaald werd doorgeven.

Maar er zijn ook niet-inhoudingsplichtige uitbetalers. Dat is een natuurlijk persoon of een organisatie die verder geen mensen in loondienst hebben. Zij moeten ook aangfte doen, maar zij mogen alleen naam en geboortedatum vargen en mogen niet het BSN nummer vragen noch doorgeven. 

Dus: als uw gemeente mensen in loondienst heeft (niet slechts uw wijkgemeente, die immers geen rechtspersoon is,  maar de overkoepelende gemeente waar u deel van uitmaakt, dan dient u dus (aan een gastpredikant bv) ook het BSN-nummer te vragen en bij de aangifte door te geven aan de belastingdienst.

Maar als uw gemeente niemand in loondienst heeft, dan mag dat juist weer niet!

Opgave bij de belastingdienst dient na afloop van het kalenderjaar vóór 1 februari te gebeuren, waarbij geen uitstel mogelijk is (vanaf 2023 maq het voortaan al gedurende het jaar dat loopt). Dit kan vanaf 2017 alleen nog digitaal.
Voor gemeenten die al inhoudingsplichtig zijn is aanleveren van alle UBD-betalingen verplicht op eigen initiatief.  Als u een niet-inhoudingsplichtige uitbetaler bent en u krijgt bericht van de belastingdienst met de vraag aan te leveren, bent u dat verplicht. Zolang u echter geen uitnodiging krijgt van de belastingdienst bent u het niet verplicht, maar mag het wel.  Het is dus zaak om hoe dan ook gedurende het jaar een UBD-administratie goed bij te houden, zodat die meteen in januari kan worden benut voor opgave aan de belastingdienst.  

 Zie voor verdere informatie de website van de Belastingdienst en klik hier voor het artikel in "Kerkbeheer" editie mei/juni 2022.

Terug naar: inhoud

ANBI-regeling en de kerk.

Voor informatie over de ANBI regels (fiscale aftrekbaarheid giften en de vereisten aan een ANBI-instelling), zie in de kennisbank bij: ‘geld’> 'ANBI-regels'.

Terug naar: inhoud